De Chinezen vieren Chun Jie op de tweede volle maan na de winterzonnewende van 21 december. Het betekent voor hen zowel het begin van het nieuwe jaar als het begin van de lente. Het feest duurt vijftien dagen en bij elke dag horen tradities.
De voorbereidingen voor het feest beginnen vroeg want Chun Jie vraagt een proper huis. Het vuil wordt van tevoren bijeengeveegd en verzameld in de gang om op de 15de dag van het feest door de achterdeur naar buiten te worden gekeerd. Huizen worden versierd met bloemen, schalen met appelsienen en een dienblad met acht soorten gedroogde vruchten: de acht schatten. Iedereen koopt nieuwe kleren en gaat naar de kapper.
Met Oudjaar worden negen gerechten geofferd aan de voorouders. Het getal negen staat voor eeuwigheid. De vijftien dagen die volgen, hebben elk hun eigen ritueel: geen vlees eten, wel rauwe vis, familiebezoek of oogst tonen bijvoorbeeld. Constantes in de nieuwjaarstijd zijn vuurwerk dat dient om het kwade te verdrijven, en optochten met een draak, leeuw en eenhoorn.