Het Holi- of Phagwafeest door de Hindoegemeenschap is een combinatie van een nieuwjaars- en lentefeest waarbij men de overwinning van het goede op het kwade en van het licht op het duister viert. Het valt op de eerste dag na de volle maan van de maand Phalguna, zo rond maart.
De avond voor Holi steken hindoepriesters grote vuren aan, waarin symbolisch het kwade wordt verbrand. Holi zelf begint met een eredienst. Daarna krijgen de aanwezigen een zwarte stip of tilak op het voorhoofd. Die stip wordt gezet met de as van de rituele vuren. Hij toont dat het kwade is overwonnen. Die overwinning wordt nadien uitbundig gevierd met het meest typische gebruik van Holi: elkaar bestrooien met water en kleurpoeder. Holi wordt daarom ook wel het kleurenfestival genoemd. De kleuren staan symbool voor de kleurenpracht die zich in de lente in de natuur ontplooit. Tegelijk verdwijnen onder de kleuren alle verschillen. Arm, rijk, man of vrouw, donkere huid of lichtere huid: op Holi is het even van geen tel.