Het atelier van Lotte en René: wat de titel van een gedicht zou kunnen zijn, is minstens even speciaal in de realiteit. Lotte is negendertig en René zestien. Sinds 2018 zijn ze onlosmakelijk met elkaar verweven in het weven. De liefde voor dit ambacht ontstond bij beiden onafhankelijk van elkaar, maar om het echt goed onder de knie te krijgen, bracht het toeval hen samen.
De moeder van René nam uit nostalgie haar weefgetouw nog eens op en schreef zich in voor een week weven in Noord Nederland. René ging mee uit nieuwsgierigheid. Waar zijn moeder het weven te technisch en te saai vond, werd haar zoon verliefd op de draden en het getouw.
René: “In de paasvakantie ben ik teruggegaan voor een tweede week en die zomer voor een derde week. Deze zomer terug en daartussen ben ik daar ook een paar keer gaan werken.”
Weven … iedereen draagt kleren.
Je kunt dus niet zeggen ‘ik heb daar geen verbinding mee’.
Lotte had een weefraam gekregen en kocht daarna een ridgid heddle getouw. Bij een vriendin stond een weefgetouw met schachten. Lotte dacht het via You Tube zelf te leren, maar dat bleek moeilijk te zijn.
Lotte: “Die vriendin van wie het weefgetouw eigenlijk was, zei me: ‘misschien wil René je wel leren weven’. Omdat het nogal een roestig getouw was, had ze al eens gezegd dat René daar niet meer graag op weefde. Dus was ik al aan het denken: wat voor iemand zou die René zijn, zo een oude meneer, zo een mopperpot? Ik had op het laatste moment nog besloten in plaats van een fles wijn mee te nemen, koekjes te bakken. Toen ik aankwam, zat daar een jongen van net geen vijftien jaar.” Die jongeman leerde Lotte alle kneepjes van het vak zoals scheren, opbommen enz.
In hartje zomer 2018 kwamen Lotte en René heel veel samen om te weven, bij Lotte thuis. In die hele hete zomer hebben ze veel sjaals gemaakt en veel gepraat. Al snel hadden ze het gevoel dat ze iets met hun passie moesten doen. Toen veel mensen vroegen om ook hen te leren weven, werd één plus één al snel drie. Bij gemeenschapscentrum Ten Noey vonden ze plaats om met hun lessen te starten.
Het respect voor het ambacht is groot, het respect voor elkaar nog groter.
Lotte: “Je voelt dat je dezelfde passie deelt. Vanaf het begin was dat zo. Vanaf het moment dat je bezig bent met weven is er zo iets speciaals. Ik vond het ook wel sjiek dat René zijn tijd wou steken om iemand te leren weven. Soms kwam hij nog af na zijn examens. Dat is echt chapeau, zoveel liefde voor het vak.”
Beiden zijn het erover eens dat lesgeven veel energie creëert. Het feit dat mensen zo blij en dankbaar zijn na een les. Ze krijgen veel complimentjes van de deelnemers, wat hen elke keer veel deugd doet. Voor sommigen is het beter en ontspannender dan een yogasessie.
René: “Weven, dat is zo iets raars. Mensen denken dat je elke minuut bezig bent, dat het heel traag gaat. Maar omdat er elke keer een redelijk simpele beweging is, zit dat meteen in je arm en kom je zo in een soort trance. Als je mediteert dan denk je ‘ik ben aan het mediteren, ik mag aan niks denken’. Met weven ben je zo iets simpel aan het doen en opeens ben je drie uur verder. Zo zen ben ik daarna. Dat is heel speciaal.”
Ze kennen elkaar sinds februari 2018, hun atelier is actief sinds juli 2018. De eerste workshopreeks van vijf lesavonden raakte heel snel vol en ze hadden meteen een wachtlijst van vier mensen. “Het feit dat we een afgewerkt product maken en dat de getouwen daar zijn, maakt het toegankelijk. Ik denk dat dat mensen wel aanspreekt. Bezig zijn met je handen doet veel mensen deugd en een origineel handgemaakt eindproduct maakt het extra speciaal.”
De interesse groeit ook al zijn ze zich ervan bewust dat weven niet de goedkoopste bezigheid is.
René: “Weven is, daar kunnen we eerlijk over zijn, het duurste textielhandwerk dat er bestaat. Omdat een weefgetouw duur is en omdat het sneller gaat dan breien waardoor je meer garen nodig hebt. Het is duurder dan een paar breinaalden kopen. Als je denkt ‘o ik wil eens iets breien’ dan koop je een paar breinaalden en een bolletje wol. Het is iets gemakkelijker om te beginnen met breien dan te weven.”
Lotte: “Maar in vergelijking met fotografie ofzo is het niet zo heel duur. Als je een passie hebt, is het wel logisch dat het iets kost.”
In Anderlecht op de academie wordt er ook les gegeven. Daar doen de lessen het sinds vorig jaar heel goed! Daarvoor lag het stil. In Brussel was er bijvoorbeeld geen groep die bij elkaar kwam om te weven. Een professionele Nederlandstalige opleiding is er in Brussel niet. Voor Lotte en René zou het onderdeel mogen zijn van alle textielopleidingen, zoals het weefatelier van CVO Gent dat internationaal befaamd is.
Lotte en René vullen elkaar perfect aan. René is technisch heel sterk en daar helemaal door bezeten, terwijl Lotte meer de creatieve van het duo is. Ze volgt meer haar buikgevoel. Beiden zijn blij met deze verschillen en genieten er van om dingen bij elkaar af te toetsen. Ze vinden het juist goed dat ze allebei goed zijn in andere dingen. Waar ze samen nog werk van willen maken, is zich wat meer verdiepen in de weefgeschiedenis van België.
“Ik denk dat België daar toch wel ietsje trotser over mag zijn, over al die Belgische wandtapijten in Frankrijk en Spanje, Italië. In de onderkant staat dan zo keimooi de naam van de stad geweven. Ik vind dat wij daar toch wel iets trotser over mogen zijn. We nemen dat zo voor zelfsprekend, de textielindustrie, maar eigenlijk is het onze nationale trots. Ook nu nog, we zijn er nog altijd heel goed in.”
Voorlopig gaan Lotte en René nog even door en geven ze vanaf 2020 ook les met schachtgetouwen. Ze blijven dus nog een tijdje ateliers geven om zo de liefde voor het weven verder te verspreiden.
Het atelier van Lotte en René kan je volgen via hun facebookpagina.
In 2019 kregen Lotte en René subsidies voor hun project in het kader van ‘Hoe maakt u het? Ambachten in Brussel’.