De tand des tijds knaagt.
Textiel gebruiken we elke dag en dat is al sinds mensenheugenis zo. Op allerlei manieren worden en werden draden en weefsels omgevormd tot kleding, gebruiksvoorwerpen en nog veel meer. Wandtapijten, kant en borduurwerk zijn textiele kunstwerken. Vlaggen en vaandels tonen met textiel de betrokkenheid van de mens bij zijn land, zijn vereniging. Hoeden, uniformen en andere specifieke klederdracht hebben een historische waarde. Liturgische gewaden zoals kazuifels, kleding van heiligenbeelden en ander religieus textiel (baldakijnen, besloten hofjes, kerkelijk linnengoed, een reliekschat) werden gemaakt uit devotie. Uit het verleden nagelaten textiel behoort zonder twijfel tot ons cultureel patrimonium. Ieder van deze voorwerpen en de staat waarin het zich bevindt, vertellen een verhaal. Dat verhaal wordt niet altijd afgebeeld, het object zelf heeft het verhaal meegemaakt.
Zoals papier is textiel heel kwetsbaar. De tand des tijds knaagt. Omgevingsfactoren zoals schimmel, vuil of de talrijke manipulaties door de mens,… zijn nefast, maar ook het eigen gewicht van de vezels zorgen ervoor dat er slijtage komt op oud textiel.
Textielrestaurateurs ondersteunen historisch textiel zodat het kan blijven zoals het is.
Shirin Van Eenhooge behoort tot een heel team van mensen die in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) - in het Jubelpark in Brussel - zorgen dat we dat oude textiel in de toekomst nog zullen kunnen bewonderen.
Ze is eigenlijk al altijd met textiel bezig geweest. Als kind al was ze geboeid door hoe je van draden tot weefsel kan komen. Ze breide en naaide kleertjes voor haar barbies, weefde, knutselde. Na de humaniora ging ze Textiel en Mode Ontwerp studeren in Gent. Na twee jaar mocht je kiezen voor mode of voor textiel, zij koos textiel. In het laatste jaar ging ze op stage in de industrie, in een bedrijf gespecialiseerd in tapijt voor de Russische markt. Ze moest er de motieven van Perzische tapijten op computer wat omvormen om te gebruiken voor tapis plain. Ze besefte dat het dat niet was wat ze wou. Dit had niets te maken met creativiteit.
Met een archeoloog als vader en een graficus als moeder, kreeg ze van thuis uit cultuur en museumbezoeken mee. Zo bezocht ze met haar ouders het atelier van het KIK. Daar hoorde ze over de dagopleiding in Antwerpen, maar ook over die in Anderlecht met veel meer praktijk dan in Antwerpen. Ze leerde er Joke Vandermeersch kennen, een zeer gepassioneerd iemand. Ze is aan de opleiding van zes jaar begonnen, terwijl ze elders aan het werk was. Ze kreeg de kans haar stage te doen in het KIK en is er gebleven.
Shirin werkt niet altijd met voltijdse contracten, maar op die manier kan ze het werk daar combineren met andere projecten, bijvoorbeeld in het Centrum voor Religieuze Kunst en in het Vlasmuseum van Kortrijk.
De schat van Herkenrode
In het KIK werkte ze o.a. mee aan het project van de reliekenschat van Herkenrode. De schat telt 47 schedels en andere botten, ingepakt in verschillende lagen kostbaar textiel. Historisch onderzoek in publicaties en vergelijking met soortgelijk materiaal in andere abdijen en kerken, alsook laboratoriumonderzoek, wijzen uit dat de schedels dateren uit de vroege middeleeuwen en de lagen textiel uit de 12de tot de 18de eeuw. Volgens de overlevering zouden de relieken afkomstig zijn van de Heilige Ursula en haar duizend maagden die in de 4de eeuw door de Hunnen gemarteld en gedood werden in Keulen. Deze schat vertelt niet alleen hoe er in de loop der eeuwen werd omgegaan met relieken, maar geeft ook informatie over stoffen en andere materialen, over technieken, enzovoort. Voor de restauratie moest iedere kleur getest worden op gebruikte kleurstof en op bloeding. De weefsels waren dikwijls complex, met vaak harde metaaldraden die de zijden draden kapot trokken. Door met kleine steekjes die je praktisch niet ziet, steunweefsel aan te brengen, wordt alles nu een beetje samengehouden en kan de schat weer tentoongesteld worden.
Het KIK is een federale instelling. De overheid betaalt de vastbenoemde krachten. De losse contracten worden betaald door degenen die de projecten indienen. Voor wandtapijten zijn dat vaak kerkfabrieken, heel dikwijls gesponsord door de Koning Boudewijnstichting of door fondsen van geïnteresseerde bedrijven. Ook het ministerie van Cultuur draagt zijn steentje bij door jaarlijks de stage van enkele studenten in het atelier te subsidiëren. Spijtig genoeg is textiel bijna het laatste waarvoor budgetten worden uitgetrokken.
Toepassen van speekselreiniging
Heel dikwijls is wat in het atelier binnenkomt op het eerste zicht rommelig en vuil. Vroeger werd er en masse gereinigd. Nu zijn ze voorzichtiger. Alleen de wandtapijten worden uitbesteed aan De Wit in Mechelen of Jacobs in Duffel. Die hebben een heel goed reinigingssysteem, computergestuurd. Alle andere objecten reinigen ze zelf. Droog. Nat reinigen en vooral het drogen nadien doet heel veel met het textiel en bovendien is het resultaat zeker niet spectaculair. Reiniging gebeurt met een museumstofzuiger met regelbare zuigkracht en een soort pipet als zuigmond die tot in de moeilijkst bereikbare plaatsen kan. Als de stof heel zwak is wordt hiervan afgezien. Voor metaaldraden wordt speekselreiniging toegepast. Een wattenstokje wordt in de mond nat gemaakt en de draad wordt hiermee gereinigd. Een bijkomend voordeel van het zelf reinigen is dat je in contact komt met je stuk, met ieder bloempje. Zo kan je het object aanvoelen qua structuur, materiaal, zien hoe het gemaakt is. Het gaat traag, je bent fysiek bezig met je stuk en je hebt mentaal de tijd om in je object te komen.
Het KIK probeert met een zo groot mogelijk respect om te gaan met de objecten, zeker met museumstukken. Hun standpunt is dat het oorspronkelijkezoveel mogelijk moet behouden blijven.Er wordt vermeden al te veel in het origineel te prikken. Lacunes worden op een neutrale manier met kleine steken vastgezet op een steunweefsel. Ruimtes die weg zijn, worden bijna nooit gereconstrueerd. Wat er nog is, moet opvallen. Het steunweefsel vangt de lacune op zowel qua kleur als qua structuur met het allergrootste respect voor de kunstenaar die het stuk gemaakt heeft, zonder eigen interpretatie door de restaurateur. Daarom worden alle steunweefsels en draden in het atelier zelf geverfd. De kleur van het steunweefsel moet met zorg gemaakt worden. Gewoonlijk hebben oude stukken vuile kleuren. Het is de bedoeling dat het steunweefsel onopvallend zichtbaar is op de plaats van de lacunes.
Shirin is nu aan een wandtapijt bezig. Een linnen steunweefsel is in stroken onder het tapijt gezet. De stroken consolidatieweefsel zullen één voor één het zware wandtapijt dragen als het weer wordt opgehangen. Alles wordt met de hand genaaid met natuurlijke draad: katoen- en zijdedraad. Synthetische draad 'trekt' als het stuk in een andere klimaatomgevng komt. Haar twee collega’s werken aan een vlag. Op hun werk ligt een hele puzzel centimeterdikke glazen plaatjes, die houden het werk op de tafel vlak. Strijken wordt hier niet gedaan. Behalve op de plek waaraan ze bezig zijn, beschermt een aantal lagen zijdepapier de vlaggen tegen het felle zonlicht dat door de hoge ramen naar binnen valt. De werktafel bestaat uit kleinere tafels die zo gezet zijn dat er een gat is om over te werken: één hand boven het werk, één hand eronder.
Je vergeet de tijd en de rush, je leeft en werkt steek voor steek, draad per draad.
Al is het soms druk voor en na het werk, als je hier komt, ben je volledig met je object bezig. Je vergeet de tijd en de rush, je leeft en werkt steek voor steek, draad per draad. Dit werk kan je niet doen zonder gepassioneerd te zijn door het materiaal. Je wilt iets doen om het object een langer leven te geven. De passie voor textiel geeft Shirin ook door aan haar kinderen. Haar dochtertje is nu al veel met handwerk bezig, hoewel dit vak op school niet meer gegeven wordt. Hoe trots ben je als je negen bent en naar school kan gaan met een zelfgebreide sjaal! Shirin is ook blij dat handwerk de laatste tijd weer in de lift zit.
In heel Vlaanderen zijn er op dit ogenblik een tiental textielrestaurateurs. Pas afgestudeerden leren de stiel van bijna gepensioneerden, een mooie mix van leeftijden en een garantie dat de knepen van het vak worden doorgegeven.
Interview Kristien Lenaerts
We hebben dit verhaal opgenomen in het kader van het project 'Schatten van Mensen' in 2014.