Mexico kent een grote textieltraditie. Het hele proces is 100% ambachtelijk. Voor veel vrouwen betekent het weven van stoffen dat ze autonoom kunnen werken, en een ambacht dat ze naast al hun andere taken kunnen uitoefene. De vrouwen zoeken en verven zelf de draden.
Wanneer je niet meer naar je land terug kunt om het daar terug te leren, dan sterft er een traditie.
Thamara was als kind al geïntrigeerd door de vrouwen die met zeven stokken een stof maakten. Die stokken bleven bijna voortdurend in de lucht. Voor haar had het iets van tovenarij, magie. Ze leerde als kind al weven zoals het de gewoonte is in haar land: al zittend bij een groep vrouwen die weefden en praatten. Zo kreeg ze de techniek eerder onbewust mee, zoals het aanleren van een taal. Later toonden de vrouwen hoe ze iets moest doen. Door het veel te herhalen, leerde ze de weefpatronen te interpreteren.
Ze raakte er door betoverd. In die mate dat ze later industrieel textiel ging studeren. Die kennis van beide technieken blijft tot vandaag één van haar vele sterke punten.
Vrouwen werken in Mexico meestal samen in groepjes zodat ze eveneens van elkaar leren.
Thamara's verbazing was dan ook groot toen ze zag dat men hier in België naar een school gaat om patronen te leren en dat die kennis in boeken werd opgeschreven. “Ik kende die manier van lezen niet. Het was voor mij een nieuwe manier om patronen te interpreteren. Maar ik besefte redelijk snel dat het principe van de draden hetzelfde is. Alleen de manier om het te lezen is verschillend.”
Toen Thamara naar België kwam, wist ze dat hier ook een rijke textieltraditie was. Ze hoopte daar snel werk in te vinden. Eenmaal hier merkte ze echter snel dat die tijd voorbij is en dat de eens zo bloeiende Belgische industriële textielsector naar het buitenland was overgebracht. “Vroeger waren die ateliers in handen van vrouwen. Het waren kleine groepen van vrouwen die thuis weefden in opdracht van een bedrijf. Zo konden ze ook voor hun familie zorgen. Ze waren dus ook heel polyvalent, de meesten hadden ook nog een eigen moestuin. Het was een soort van inheemse maatschappij, dezelfde sfeer van vrouwen die zorgen, werken en multi-inzetbaar zijn. Het was een beetje anders dan in Mexico, maar het principe was gelijk.”
Thamara dacht veel na over de verschillende manieren om weven aan te leren in België en Mexico en wil graag de traditionele techniek uit haar regio noteren. “ Onze manier van ‘lezen’ en hoe ik het heb geleerd, probeer ik nu op te schrijven. Anders vergeet ik het misschien en kan ik het niet meer aan anderen vertellen. Wanneer ik weef, komen sommige dingen terug in mijn geheugen, zie ik de verschillende opties en die wil ik opschrijven om de kennis te doen voortleven.“
Ze ziet hetzelfde stramien terug bij veel vrouwen uit andere landen. Ze hebben veel kennis, maar kunnen het niet noteren. Het idee, hun geschiedenis, hun verhalen zitten enkel in hun geheugen en ze weten niet hoe ze hun kennis aan iemand anders kunnen overbrengen. Thamara is er dus van overtuigd dat de traditionele technieken zoveel mogelijk opgeschreven en uitgetekend moeten worden. “Ik voel dat dit nodig is want het is een soort van taal en geschiedenis. Als je een bepaalde techniek kan leren, leer je ook meteen veel van die cultuur. Het is voor mij interessant om die kennis over technieken uit te wisselen. Want zo kan ook de techniek evolueren. Wanneer je een techniek begrijpt, is het gemakkelijker om te innoveren. Het is niet de bedoeling om enkel te innoveren om sneller en meer te doen. Het doel is om de vrouw die weeft, om het haar gemakkelijker te maken.”
De universele taal van het weven.
Wat Thamara nog zo mooi vindt aan het weven, is dat het bijna een universele taal is. Het maakt dat vrouwen en mannen van over de hele wereld toch een manier vinden om met elkaar in contact te komen. Het is voor haar een opportuniteit om hier in België andere mensen te leren kennen, mensen met wie ze anders niet zou praten. Zo leert ze door haar ambacht veel nieuwe mensen kennen. “Mensen die iets ambachtelijks maken, of kunst, dat zijn mensen met een passie. Als zij beginnen te praten over hun passie, dat maakt hen warm, gelukkig en gezond. Dus ook voor mij is het heel fijn om mensen op die manier te leren kennen. Het is een kans om mensen iets te laten uitleggen dat ze graag doen.”
“Als ik naar de Academie van Anderlecht kom om met dit groot weefgetouw te werken, dan zou ik hier de ganse dag kunnen zitten, zonder probleem. Ik weef en kan ondertussen praten. Het is niet voor niets dat de sociale bewegingen ontstonden in de ateliers!”
Door haar zoektocht naar een weefgetouw leerde Thamara veel Belgische vrouwen kennen die hun hele leven in de textiel hadden gewerkt. Nu deze industrie bijna volledig naar het buitenland is verplaatst, missen deze vrouwen niet alleen hun werk, maar ook alle sociale contacten. Vroeger hadden zij ook een soort zorgnet voor wanneer er iemand ziek of oud was. Nu moeten ze zelf oplossingen zoeken. “Deze vrouwen vertelden me dat het voelde alsof ze geen familie meer hadden. Hun eenzaamheid was heel groot want hun sociale leven viel stil.”
De gelijkenis met Spaanstalige vrouwen die hier in België een nieuw leven willen beginnen, is groot: thuis opgesloten zitten, eenzaamheid, depressie. “Ik zei ‘we moeten iets samen doen, samen profiteren (in de goede zin van het woord) van deze kennis of het misschien tonen aan iemand anders. Ook al spreken we elkaars taal niet, via een mengeling van Frans, Spaans, Nederlands en Engels en onze gemeenschappelijke passie voor weven, verstaan we elkaar wel. En zo hebben we tenminste weer contact met elkaar.”
Hieruit groeide in 2017 Siempre, een organisatie waar vrouwen opnieuw eigen creaties maken èn hun verhaal kwijt kunnen. Siempre is dus ook een sociaal netwerk voor grotendeels Spaanstalige vrouwen. Ze komen samen om te weven en elkaar te helpen door informatie uit te wisselen. Op die manier vindt iedereen gemakkelijker en sneller zijn weg in de Belgische samenleving.
De bal is dus rond. Thamara doet in Brussel hetzelfde als wat de vrouwen in haar dorp vroeger deden, namelijk samenzitten om te weven en naar elkaar te luisteren, elkaar te helpen, van elkaar te leren. Een win-win situatie voor zowel de traditie van het ambacht weven als voor de vrouwen die hier een nieuw leven opbouwen en Belgische vrouwen.
In 2019 kreeg Thamara subsidies voor haar project in het kader van ‘Hoe maakt u het? Ambachten in Brussel’.